Katiekk / Shutterstock.com

Achtergrond Melk

Welke zuivelkansen liggen in Oost-Afrika?

19 Februari 2021 - Kimberly Bakker

Melkveehouderij in Oost-Afrika. Als je eraan denkt, dan zijn de vooroordelen vaak snel gevormd. Dat beeld klopt niet altijd. Er zijn flink wat kansen voor het Nederlandse zuivelbedrijfsleven in onder andere Ethiopië, Kenia, Tanzania, Uganda en Rwanda.

Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Dit werd duidelijk gedurende het webinar 'Zuivel in Oost-Afrika' dat 18 februari werd georganiseerd door het Dutch Dairy Centre. Want als je aan Oost-Afrika denkt, dan denk je niet meteen aan een heel geavanceerde zuivelsector, maar eerder aan kleine bedrijven met 1 of 2 koeien. Toch klopt dat beeld niet helemaal. "De zuivelsector in Oost-Afrika is omvangrijk en wisselend", vertelt Jan van der Lee, Senior Advisor Sustainable Livestock Systems bij Wageningen Economy & Research. "Dat komt deels door het klimaat. Er zijn hele droge gebieden, maar ook regio's met bergen tot 4.000 meter hoog. Kortom: veel tropische savanne, maar ook subtropische gebieden. Het is een regio waar de melkveehouderij bij uitstek kan presteren."

Grote stappen gezet
De Oost-Afrikaanse melkveehouderij bestaat voornamelijk uit een combinatie van kleine gemengde bedrijven, gespecialiseerde gemengde bedrijven en commerciële melkveebedrijven. In totaal gaat het om 9,2 miljoen melkveebedrijven, waarvan 100.000 bedrijven middelgroot tot groot te noemen zijn. "Hoewel de productie in de bovengenoemde 5 landen bijna gelijk is aan de productie in Nederland, is het grote verschil met ons kikkerlandje dat het in Afrika allemaal nodig is voor de eigen consumptie."

In Ethiopië, Kenia, Tanzania, Uganda en Rwanda tezamen komt de melkconsumptie uit op 14,5 miljoen ton, waar dat in Nederland slechts 7,7 miljoen ton is. Vooral in Kenia is de melkconsumptie hoog, maar liefst 5,16 miljoen ton. "Het is meer dan de productie, waardoor het land 4% moet importeren. Dit doet het voornamelijk doet uit Uganda, waar een klein overschot is." In dat land ligt de melkconsumptie net iets boven de 2 miljoen ton, terwijl de melkproductie uitkomt op ruim 2,5 miljoen ton.

Kijken we naar het aantal koeien op een melkveebedrijf, dan is dat niet vreemd. Uganda heeft namelijk meer koeien dan Kenia. In Uganda ligt de veestapel op iets meer dan 6 miljoen dieren, terwijl de melkveestapel in Kenia op 5,5 miljoen dieren uitkomt. De grootste melkveestapel is echter te vinden in Ethiopië, waar bijna 12 miljoen koeien te vinden zijn. In totaal komt de productie in dat land uit op 3 miljoen ton, wat kort gezegd betekent dat de efficiëntie een stuk beter kan. Wat in alle landen wel opvalt, is dat de groei van de sector afgelopen decennium ruim is verdubbeld.

Lage melkprijzen
Van al die melk gaat overigens – procentueel gezien – maar weinig richting verwerkers. In Kenia en Tanzania gaat het om een paar procent van alle geproduceerde melk. In Rwanda ligt dit percentage het hoogste, rond de 35%. Een paar jaar terug was dit slechts 15%. "Wat een lichtelijk punt van zorg is, is dat de melkprijs daardoor ver beneden het wereldwijde gemiddelde ligt. In Rwanda en Ugunda zelfs meer dan 40% onder dat gemiddelde", aldus Van der Lee. Alleen in Ethiopië komt de melkprijs ver boven het gemiddelde uit: +70%.

De melkprijzen hangen ook in deze landen uiteraard samen met de consumentenprijs. In 4 van de 5 landen bedraagt de melkprijs een kwart van de winkelprijs. "Dat is vergelijkbaar met Nederland, maar is en blijft eigenlijk té laag", stelt Van der Lee. In Ethiopië is de prijs hoger en ligt de prijs voor de consument dus ook hoger, op ongeveer 50% van de melkprijs. "Hoe dit komt? Er wordt weinig waarde gecreëerd voor melk en export is lastig. Een hogere melkprijs creëren, blijft een grote uitdaging", vertelt Van der Lee.

Een positief punt is dat de middenklasse in bovengenoemde landen hard groeit. "Over 10 jaar moet deze groep gegroeid zijn naar 10 miljoen consumenten. Dat is goed nieuws voor de zuivelsector", aldus Van der Lee. "De vraag is daarbij wel of de sector die extra vraag aan kan. Denk daarbij aan zaken als beschikbaarheid van land, inkopen van (ruw)voer en de reguleringen vanuit de overheid. De keten moet verbeteren. Daar liggen kansen voor Nederlandse bedrijven, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, training en advies."

Kansen en uitdagingen voor Nederland
Dat er volop kansen en uitdagingen zijn in Oost-Afrika wordt onderschreven door De Heus Koudijs, CRV en Kanter, die allen al actief zijn in de regio. "Wij zien in de regio vooral de uitdaging van technische begeleiding en dat betekent ook dat je er permanent aanwezig moet zijn. Een uitdaging voor ons is dat melkveehouders in Afrika niet altijd een eerlijke prijs krijgen voor hun product en dus moeite hebben om noodzakelijke investeringen te doen. Wanneer er waarde wordt gecreëerd, krijgt de boer een eerlijke prijs en kunnen deze investeringen wel worden gedaan", vertelt Johan Verhoek, exportmanager bij De Heus Koudijs.

Bij CRV ervaren ze bovenstaand ook. Hielke Sportel, Area Manager International Business Development bij het bedrijf: "Bij een variërende melkprijs, zoals in Oost-Afrika, is het lastig om te blijven investeren. Bij een hoge melkprijs smijten ze een bak geld over de toonbank en vervolgens moeten ze bij een lage melkprijs inhouden. Dat werkt niet in de melkveehouderij. Er moet continu kunnen worden geïnvesteerd. Ook de wisselende regelgeving is een uitdaging voor ons, vooral op het gebied van de import van ingevroren sperma. Wat het ene land wel toelaat, laat het andere land niet toe. Dat is voor ons soms best puzzelen."

"Ook harde currency is een bekend probleem in Afrika", aldus Van der Lee. Dat onderschrijft Tijn Kanters, mede-eigenaar en salesmanager bij Kanters. "Wij ervaren wel degelijk problemen met de betalingen. Vlak voordat je een transactie wil afsluiten, komt er vaak een bericht dat iets toch niet goed lukt met de bank. Dat is frustrerend, maar uiteindelijk komen we er wel uit."

Kennisoverdracht is belangrijkste taak
Vanuit Oost-Afrika blijkt dat vooral belangstelling is voor kennisoverdracht, zo vertelt Jos Creemers, Senior Dairy Expert bij Prodairy EA. "De technologieën die worden geïntroduceerd, die moeten ook worden begeleid. Na verloop van tijd wordt het anders niet efficiënt genoeg gebruikt." Ook op het gebied van ruwvoer is veel interesse. "In de Afrikaanse melkveehouderij moeten goed ruwvoer op de markt komen. Hier ligt potentieel voor het Nederlandse bedrijfslijven. Zo kunnen we de kostprijs van melk iets omlaag brengen. De markt is nu te afhankelijk van een kleine hoeveelheid, slechte kwaliteit voer en hoge import aan krachtvoer. Dat zorgt ervoor dat de productiekosten hoog blijven."

Creemers vervolgt: "Het is overigens wel lastig om een goed rantsoen te ontwikkelen hier. Adviseurs bleven vaak bij de producten die al op het bedrijf aanwezig waren: veel krachtvoer en weinig ruwvoer. Inmiddels hebben we als Prodairy een bibliotheek opgesteld met ingrediënten van ruwvoer en krachtvoer om zo te komen tot betere formulering van het rantsoen. De adviserende sector hebben we op deze manier hopelijk een beter hulpmiddel gegeven. Meer ruwvoer moet uiteindelijk leiden tot een lagere kostprijs en dus een hogere marge voor de boer."

Meeuwes Brouwer, die zich voor Nedap in Oost-Afrika bevindt, stelt dat er vanuit de overheid veel interesse is voor hulp uit meer ontwikkelde landen. "Praktijkgerichte trainingen zijn voor de overheid belangrijk en daarvoor willen ze graag met Nederland samenwerken. Ook wordt het belangrijk gevonden dat de kwaliteit van de melk toeneemt en dat vraag en aanbod beter op elkaar afgestemd worden." Tenslotte stelt Van der Lee nog dat er kansen zijn voor het Nederlandse bedrijfsleven op het gebied van mechanisatie, kwaliteitscontrole en -borgingssystemen en het vermarkten van de zuivelprodcuten.

Kortom: er zijn volop kansen in Oost-Afrika. Denk aan Nederlandse hulp op het gebied van (voer)advies, moderne technologie en opleidingen en trainingen. Maar, daarvoor is soms wel enige vorm van creativiteit nodig. Immers, de middelen die beschikbaar zijn in Oost-Afrika zijn niet zo ruim als hier in Nederland.

Regenradar
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden