Van der Plas euforisch, De Groot wil minister worden

Je kunt zien dat Tjeerd de Groot gewerkt heeft/ is opgeleid bij de meelifters in de agrarische sector (de periferie) hij hanteert nog altijd dezelfde werkwijze.

Tjeerd wil net als de aanverwante bedrijven doen, de boer gebuiken om een verdienmodel aan op te hangen. Tjeerd de Groot heeft net zoals de aanverwante bedrijven niks met boeren, behalve de manier waarop hij/ ze er van kunnen profiteren. Het doel is over de rug van de boeren zijn goed betaalde baantje behouden. En dat door een ontwikkeling te 'initiëren' die door de primaire producent zelf al lang in gang is gezet. Dit is het toppunt van parasiteren.

Wet en regelgeving worden gebruikt om investering en werkgelegenheid rondom deze innovaties te forceren. Vaak door lobbywerk van de producenten en adviseurs werkzaam in de milieutechniek. De adviesbureaus (onderdeel uit makend van voerfabrieken) adviseren vaak deze technieken in te zetten door de investering te combineren met een schaalvergroting, het wordt dan verkocht door de schaalvoordelen te benoemen terwijl de schaalnadelen achteraf een groter effect blijken te hebben op de bedrijfsvoering en bedrijfsresultaat. Alles om zo veel mogelijk parasiterend-volume over te houden.

We moeten ook niet ontkennen dat er afzetmarkten gaan wegvallen. Steeds meer landen hebben zelfvoorzienendheid in voedselproductie tot een speerpunt gemaakt. Dat hebben we gezien in de varkenshouderij met oa. landen als Spanje en Rusland. Spanje is in 15 jaar tijd van 60% naar 180% zelfvoorzieningsgraad gegaan. Rusland is van importeur, exporteur geworden en wil dit nog verder uitbreiden. Zonder de varkenspest in China zou de Nederlandse varkenssector er nu heel anders uit zien. Het is de redding geweest voor bedrijven met een groot aandeel vreemd vermogen en vreemde arbeid. Voor deze bedrijven zijn de periode met goede prijzen te kort om een goede buffer aan te leggen om de mindere tijden door te kunnen komen. De ontwikkelingen rondom het wegvallen van afzetmarkten zie je niet alleen in de varkenshouderij maar in steeds meer subsectoren binnen de agrarische sector. Als exporteur heb je daar gewoon last van. Aanverwante bedrijven maken hun functie van het voeden van de wereldbevolking waar, en investeren volop geld verdient bij de Nederlandse boer in de agrarische sectoren in de buitenlanden en brengen als extraatje de Nederlandse kennis en kunde mee. Onze aanverwante bedrijven verplaatsen de productie naar landen waar hun verdienmodellen het meeste opleveren.